De verteller Wim Wolbrink heeft de naam Werder gekozen voor zijn verteltheater. Het woord Werder is een samenvoeging tussen de initialen van de verteller W W en het woord herder. Logisch, toch? Maar waarom het woord herder? Daar zit een diepere beschouwing achter.
In de geschiedenis
kun je twee hoofdstromingen beschrijven die elkaar keer op keer afwisselen
en soms samenwerken en elkaar aanvullen. De ene stroom handelt hoofdzakelijk
vanuit 'het doen', vanuit de actie om de actie. Ze is pragmatisch, mannelijk,
ze werkt sterk vanuit en met het aardse.
De andere stroming werkt meer vanuit 'het weten'. Maar het is niet alleen
een weten vanuit het hoofd, de hersens, het is ook een kunstzinnig, spiritueel
weten, een weten vanuit het gevoel, vanuit de ziel, een intuïtief zeker
zijn, het vrouwelijke.
Een mooie samenwerking tussen deze twee stromingen zien we als we naar de
bouw van de tempel van koning Salomo kijken. Salomo (ongeveer 970 - 931 voor
Christus) wist wat de maten en de verhoudingen moesten zijn. Hij wist waar
de tempel gebouwd moest worden en welke windrichting de ingang moest hebben.
Maar wat hij niet kon was het bouwen van dit machtige werk. Daar had Salomo
de hulp nodig van de grote tempelbouwer Hieram Abiff.
Verder terug in de geschiedenis zien we deze twee stromingen in een machtig conflict verwikkeld die door een list beslecht wordt. De aartsvader Isaak had twee zonen. De behaarde hard werkende jager Ezau is de eerst geborene. Hij zal ook de vaders zegen krijgen waardoor de stroming 'hij die doet' gewaarborgd blijft. Zonder een oordeel te vellen is het zijn jongere broer Jacob, die in lichamelijk opzicht veel fragieler en zwakker is, die door een list, ingegeven door zijn moeder Rebekka, het eerstgeboorte recht weet te krijgen. Jacob vertegenwoordigt nu tijdelijk de vrouwelijk kunstzinnige stroming, die in Jozef, Jacobs zoon, in Egypte, zijn hoogte punt vindt.
Soms wordt de
stroming van 'hij die weet' vernietigd.
Nog langer geleden, vlak bij het begin der 'beschaving' komen we terecht bij
de eerste twee broers. Kaïn en Abel. Hier vinden wij de oorsprong van
de genoemde twee stromingen. Kaïn betekent 'hij die doet', Abel 'hij
die weet'. Als beide broers onafhankelijk van elkaar een offer plegen aan
hun god Jahwe dan blijkt het offer van de landbouwer Kaïn niet aangenomen
te worden. Het offer van de herder Abel echter wordt wel door Jahwe geaccepteerd.
'Hij die doet' is woedend en doodt 'hij die weet'. De grote vraag is nu waarom
het offer van Abel wel ontvankelijk is verklaard en dat van Kaïn niet.
Inderdaad een grote vraag.
De verteller Wim Wolbrink herkent zich sterk in de wereldstroming die vertegenwoordigd wordt door de herder Abel. Zo sterk is deze herkenning dat Wim Wolbrink de naam van zijn verteltheater mede aan deze kunstzinnige, gevoelige stroming ontleend heeft.
Wilt u meer lezen
over deze twee oerstromen?
'Waarom ben ik mijn broertje niet?' van Karl König.
'Over de redding van de ziel' van Bernard Lievegoed.
Bijbel Genesis 4
Bijbel Genesis 25,19 ev.
naar boven